We varen weer





Genoeg. Misschien is het tijd om weer te gaan varen. We lopen al een tijd met het idee rond, willen we weer een eigen spits, of is dat te veel werk op onze leeftijd, of ...

Veronica is al een tijdje gestopt met haar werk, het werd echt wat teveel, geen voldoening meer en toch een wat vreemde erg Belgische firma. Ik houd het wat beter vol, hoewel, al twee keer een burn-out, een echt modern kantoor probleem, nooit gedacht dat ik dat ook kon krijgen, niets voor mij maar helaas wel heel echt. Ik houd eigenlijk helemaal niet van werken op een kantoor.

We beginnen met mijn Rijnpatent, dat is verlopen in verband met mijn leeftijd. Om dat weer geldig te maken moet ik gekeurd worden en dat mag in iedere Rijnoever staat. Een afspraak met een dokter in Leuven die voornamelijk vrachtwagenchauffeurs keurt. Ze worstelt wat met de ogen test, mét bril meer dan goed genoeg maar hoe moet dat nou op het formulier worden ingevuld.

Alles blijkt in orde want na een paar weken en een bijdrage aan de rijkskas komt er een mooi nieuw Rijnpatent pasje.

Stoppen met mijn baan bij Swift is wat minder eenvoudig. Het is best aardig werk, sommige collega's zou ik missen en het betaalt uitstekend, voor een baan aan de wal tenminste. Als ik ermee stop kan ik moeilijk weer terug.

We weten ondertussen wel dat we waarschijnlijk toch wel heel graag weer op een eigen spits willen gaan varen. Waarschijnlijk. Heel graag. Maar ga je dan niet je leven van 25 jaar geleden opnieuw leven? Want dat gaat nooit lukken. Het moet wel een nieuw hoofdstuk zijn.

En ik heb 10 jaar niet meer gevaren, de laatste keer op een droge lading schip was zelfs 25 jaar geleden op onze eigen Veronica. We hebben nog geen geld voor een eigen scheepje, dus dat zal niet gaan. We zijn er al een hele tijd uit, dus misschien is het een goed idee om eerst weer eens in loondienst te gaan varen. En een beetje de Rijn op en neer knallen lijkt me eigenlijk stiekem ook wel weer erg leuk.

Dus begin ik de scheepvaartkranten door te lezen om eens te kijken wat er voor werk is. Geen probleem, werk genoeg, maar ik wil niet op een chemie of benzine tanker en dat staat er in de advertentie meestal niet bij. Als het een tanker wordt dan wil ik eigenlijk in het zwart naar boven, dat wil dus zeggen stookolie en de bovenrijn. Dat heb ik vroeger ook veel gedaan.
Misschien zou ik wel weer in de droge lading willen. Dat is veel harder werken maar sluit wel beter aan bij het werk op een spits. En dan leren we direct hoe dat er tegenwoordig aan toe gaat.

Een kleine advertentie, 2e kapitein gezocht op een droge lading schip. Ik bel en ga naar boord in Wanze, boven Luik aan de Maas, om eens te kijken hoe de sfeer aan boord is. Een redelijk oud schip, de stuurhut is een zooitje en dat zou dan wel mijn nieuwe werkplek zijn maar het klikt met de huidige kapitein en de eigenaar. Alleen, 3 weken op - 1 week af, dat is eigenlijk gekkenwerk, twee op - twee af is de norm tegenwoordig, bij 3 - 1 krijg je naar verhouding veel te weinig betaald en ben je wel erg lang aan boord. 
Maar het zou ook heel leuk kunnen zijn. Veronica kan mee aan boord, dus we zouden het samen doen en dan is het al een stuk beter vol te houden. Ik weet er nog een redelijk salaris uit te slepen en we besluiten het te gaan doen.

Wow. We gaan dus ineens weer varen. De collega's bij Swift werken gelukkig super goed mee en ik kan al heel snel weg! Het is een rustige periode, geen projecten waar ik aan werk en ik heb nog vrijwel alle vakantie van dit jaar staan. Voor België is dat wel heel speciaal, officieel zou het nog een paar maanden moeten duren.

We kopen snel wat werkkleding en een goede reistas en dan zijn we er klaar voor.
Het is nog een hele klus om daadwerkelijk aan boord te komen maar op een zonnige dag staan we dan toch op een steiger bij de houtrib in Lelystad op de Advendo te wachten.

De eigenaar is ook aan boord, ze willen natuurlijk zien wat ze nou in huis hebben gehaald en ik zit dus al snel achter het roer. Dat is altijd weer examen doen wanneer je op een nieuw schip begint en nu helemaal. We gaan de IJssel op en daarna het kanaal in richting Almelo en daar ben ik met een '110' (deze is 105 meter lang) al helemaal nooit geweest, de laatste keer was met de spits en dat was één keer, op onze allereerste reis. En dit is een schip dat ik totaal niet ken.

Met een schip van deze afmetingen zijn de bochten scherp en is de rivier smal. Het lijkt soms het gebergte in Duitsland wel. En de eigenaar zit achter me en ziet álles.


Dan vraagt de eigenaar.. 'hoelang heb je nu al niet gevaren?' '8 jaar' (het zijn er tien ..) ... 'nou, dan kan je écht varen, je hebt van die mensen die zijn ervoor geboren'

Dat is weer een hele zorg minder.

En dan begint het ritme van varen - lossen - ruim schoonmaken - varen - laden - varen - lossen etc, etc.
O ja, en ook nog een klein beetje slapen tussendoor.



We maken er een gewoonte van om samen wakker te zijn, dus Veronica is ook op wanneer ik 's nachts werk. Dat is ten eerste veel gezelliger, het kan nogal eenzaam zijn om 's nachts te varen, maar het is ook een goede oefening. Zij is het 's nachts varen niet gewend en straks op ons eigen scheepje zullen we dat soms toch ook moeten doen.

Dan horen we van de eigenaar dat dit schip misschien verkocht wordt. Niks is zeker, maar er is iemand geïnteresseerd. Maar we hoeven ons geen zorgen te maken, als het tot een verkoop komt zal hij het netjes met ons regelen.

Hm, dat was even niet gepland. Baan opgegeven, huur opgezegd ...
Nou ja, we zien wel.




Het was de bedoeling om op de Rijn te gaan varen, maar we hebben steeds bestemmingen in Nederland en België. Misschien in verband met de verkoop? Het is wel hoog water op de boven-Rijn, misschien dat dat mee speelt.

Maar al dat korte werk is wel doodvermoeiend. Het komt erop neer dat we de ene dag laden, dan in een stuk door naar de bestemming varen, lossen, schip schoonmaken, naar een nieuwe laadplek varen, weer laden en dan begint het weer opnieuw. Het schip ligt nooit stil, vaart altijd. Slapen doen de andere kapitein en ik om de beurt, een paar uurtjes, tijdens de vaart.




Er is één matroos aan boord. Officieel hoef je als kapitein niet aan dek te helpen, maar om die knul nou alles alleen te laten doen, dat gaat niet. En Ruud, de andere kapitein, rent in het rond en doet bijna ál het werk, die kan niet stil zitten. Ik werk dus lekker mee om het ruim schoon te maken, soms vegen, meestal schoonspuiten en droog maken. De eerste twee ruim vakken gaan meestal zonder veel problemen, maar bij de derde merk ik wel dat zij wat jonger zijn dan ik. Gelukkig is een spits veel kleiner, dan zou ik al na de helft van het eerste ruim vak klaar zijn.
En het helpt ook niet echt dat de buikdenning wel een wasbord lijkt, dat maakt het droogmaken zwaar werk.









 

Al met al hebben we het uitstekend naar onze zin. Veronica doet het huishouden en helpt mee met de touwtjes achter (nou, touwTJES, ze zijn zo dik als haar arm ... ) in de sluizen als dat uitkomt, meestal 's nachts.


Wat vooral heel fijn is: We zijn blij dat we hier aan begonnen zijn. Het is met al die korte reisjes wat te hard werken, een extra matroos is eigenlijk nodig, maar we vermaken ons prima. De dagen zijn weer lekker lang, je leeft op een schip veel intenser. Geen idee wat er morgen gaat gebeuren, laat staan overmorgen. Soms weet je niet eens wat het komende uur gaat brengen.






We zouden na drie weken aan ons verlof toe zijn, maar ik heb ook een afspraak om mijn ADN (certificaat vervoer gevaarlijke stoffen) te vernieuwen, dat verloopt in September. En dat betekent drie dagen cursus en een dag examen in Hendrik-Ido-Ambacht. We blijven daarom nog een week langer aan boord, zodat onze week vrij samen valt met de cursus.



Wanneer we weer terug aan boord zijn (met nieuw ADN) horen we dat het schip echt verkocht is. We moeten gaan onderhandelen over een einddatum van ons dienstverband, en vooral een afzwaaipremie. Die onderhandelingen gaan wat stroef maar uiteindelijk komen we tot een werkbare overeenkomst. Over een paar weken stappen we definitief af.


We hebben in die twee maanden zo ongeveer alle wateren en havens gezien waar dit schip in Nederland en België kan komen. Uiteindelijk gaan we in Enkhuizen van boord. De cirkel is bijna rond.

Het was wel schitterend, we hebben laten zien dat we het vak nog steeds beheersen en we weten nu zeker dat we een eigen spits willen.