Aan de reis




Mijn vader is inmiddels begraven. Dit is niet de plek om daarover veel te zeggen, maar hij was er aan toe om de volgende stap te zetten, dus we treuren wel, maar het is allemaal niet treurig. Daarbij liggen we nu al érg lang leeg, we moeten wat geld gaan verdienen inplaats van enkel uitgeven.

En dus nemen we aan voor Ribécourt, kunstmest, in Gent te laden. We gaan voor 340 ton, dan liggen we zo'n 2.32 m. diep gemiddeld. Maximum officiele diepgang voor die bestemming is 2.40 m., dus we hebben wat over. Dat mag ook wel, het wordt de eerste keer laden met dit schip dus het kan zo maar gebeuren dat we wat teveel voor of achterover komen te liggen en dan zijn die extra centimeters erg welkom.

We moeten om 7:00 u. laadgereed zijn, we staan voor alle zekerheid extra vroeg op zodat we rustig kunnen openleggen (het ruim vrij maken). We leggen voor de eerste keer helemaal open met dit schip en deze luiken, we hebben nog nooit met 'wegwaai' luiken gewerkt dus we nemen wat extra tijd, maar het gaat allemaal heel vlot.

Het grote voordeel van deze luiken is dat het hele ruim in één keer open is, zodat we overal kunnen laden zonder dat we luiken hoeven te verleggen of zo. Dat is erg prettig, we kunnen het schip als het ware onder de laadmond laten bewegen zonder dat ze hoeven te stoppen. En dat is weer erg rustig voor mij, want dat maakt het een beetje makkelijker om het schip 'recht' te leggen, dat wil zeggen dat de lading dan goed verdeeld is over het schip zodat we niet voor- of achterover liggen. Het is allemaal een beetje technisch, maar je wilt dat het schip recht ligt, of eventueel een paar centimeter voorover, zodat, als je toch de bodem zou raken, je er direct weer af vaart omdat enkel je voorschip wat dieper ligt. Uiteindelijk hebben we onze 340 ton in en liggen we inderdaad mooi recht. Hier in de Gentse haven is het lastig om exact te meten hoe we liggen door de brakke golfjes, maar wanneer ik later op stil water meet liggen we 3 centimeter voorover. Niet verkeerd voor de eerste keer.

Hoe dat werkt, een schip laden?
Je hebt een groot ruim waar je lading in stort. Je kunt je voorstellen dat, wanneer je alles voor- of achterin het schip zou laden, het schip voor- of achterover ligt en misschien zelfs wel zinkt, dus je wilt de lading netjes verdelen. Bij teveel of te weinig lading in het midden zou het schip zelfs kunnen breken.
Maar je ontvangt je lading meestal uit een pijp en die stort het product op één plek, waar dan een berg ontstaat. Je moet dus óf de pijp óf het schip gaan bewegen, zodat de lading verdeeld wordt.

Tegelijkertijd komt je schip natuurlijk dieper te liggen, want er komt steeds meer gewicht in. Op de zijkant van het schip zijn merktekens aangebracht, de zogenaamde 'ijk' merken, die aangeven wat de maximale inzinking mag zijn. Dieper moet je dus niet gaan.
Je kunt meten hoeveel ton je in het schip hebt door de afstand van die ijk merken tot het water te meten. Je meetwaarde kun je dan doorrekenen naar de juiste tonnage via een tabellenboekje dat je aan boord hebt, de zogenaamde meetbrief. Die meetbrief is uniek voor ieder schip.

De kunst is nu om op het juiste moment de lading op een andere plek in het schip te laden, zodat je niet teveel vóór, achter of in het midden laad en er zo voor te zorgen dat het schip uiteindelijk goed ligt + dat je het juiste aantal tonnen geladen hebt. Het is een hele kunst om te bekijken hoeveel het schip bijvoorbeeld aan de achterkant gaat zakken of juist omhoog komt wanneer je aan de voorkant lading laad, denk maar aan een weegschaal of een kinder wip. Je leert je schip na een tijdje wel kennen, maar vooral in het begin moet je een beetje proberen en gokken.

We zijn tegen 9:00 u. geladen, leggen de luiken dicht en spuiten snel het schip af. Het heeft niet enorm gestoven, maar de kunstmest zit toch wel overal en dat vinden we niet prettig varen. Veel schippers maken tijdens het varen schoon maar wij doen het liever nu meteen.

En dan varen we voor het eerst geladen met ons schip!

 
 Met geladen schip varen is totaal anders dan met leeg schip. Je hebt geen last meer van de wind en je kunt bij het manouvreren gebruik maken van de massa van je schip. Je kunt het gewicht het werk laten doen. Geladen varen is veel leuker dan leeg varen en je verdient er nog geld mee ook.

Deze keer gaan we via de Leije. We zijn benieuwd hoe die er nu uitziet, wat er allemaal veranderd is. 
We herkennen het nauwelijks, alles is anders. De laatste keer dat we hier waren is natuurlijk alweer 25 jaar geleden dus je kunt niet verwachten dat alles hetzelfde blijft, maar dit is wel een heel groot verschil. 
We hebben het hier meegemaakt dat we bij hoogwater in een groot meer voeren en dat je de vaarweg enkel aan de prikkeldraad afrasteringen van de ondergelopen weilanden kon herkennen. Dat zal je nu niet snel meer gebeuren. De oude vaarweg is hier en daar nog te zien in kleine ongebruikte zijarmen, alles is nu doorgebroken en rechtgetrokken. Voor de grotere schepen, inderdaad, hoewel het voor hen volgens mij toch echt wel een kleine rotsloot blijft.

Voorlopig ben ik degene die het schip stuurt. Het is de bedoeling dat Veronica dat ook gaat doen, maar we kennen het schip nog niet genoeg en we moeten weer wennen aan de toch wel heel specifieke waterwegen in België en Frankrijk. Het is hier echt heel anders varen dan op het grote water in Nederland en Duitsland. Veronica doet voorlopig de touwtjes.

Ze doet verschrikkelijk haar best maar ze heeft maar één functionerend oog en ziet dus geen diepte en dan is het soms heel lastig om een touw om een bolder te mikken. We zijn nog niet gewend aan deze sluizen, weten niet waar de juiste bolders staan, het is soms wat vallen en opstaan.

 
We hebben het wel enorm naar onze zin, dit is waar we naar op zoek waren. Het is vreemd om b.v. door Douai te varen, waar we in een hotel gezeten hebben toen we naar schepen gingen kijken en waar we natuurlijk naar de sluis zijn gaan wandelen. Daar varen we nu met ons schip. We komen natuurlijk ook weer langs Arleux, nu dan eindelijk zelf geladen. 

We hebben altijd een speciale band met het Canal du Nord gehad en het is heerlijk om daar nu weer zelf te varen. Op de eerste 'Veronica' stonden de achterbolders precies zo dat we met één touwtje achter precies goed uitkwamen. De sluizen hier zijn namelijk wat speciaal, de lengte van twee spitsen + een beetje en maar iets breder dan een spits. Daarbij kunnen er hier soms stevige golven onstaan door het schut proces en die kunnen met name het invaren in een sluis aardig lastig maken. We schutten gelukkig een tijdje alleen in de sluizen, dus ik besluit om wat te oefenen met de touwen, om te zien hoe we hier uit komen met de bolders. Daarom maken we netjes voor en achter vast, hoewel de meeste spitsen, wanneer ze hier alleen schutten, het schip gewoon laten drijven. Het mag officieel niet en sommige sluiswachters doen er moeilijk over, maar het is wel het makkelijkste en het snelst. Na een paar sluizen hebben we het wel door zodat we in ieder geval ons nieuwe schip hier goed onder controle hebben mochten we met een ander samen moeten schutten. 

 
Later komen we inderdaad samen met een ander en dan zie ik dat die enkel een achter touw zet, naar voren toe, en dat gaan wij ook doen. Je kunt met je motor soms in de achteruit het schip zo uitstekend op zijn plek houden. Het werkt uitstekend, onze achterbolders zitten immers nogal ver naar achteren en dat komt netjes uit. Zo heeft ieder schip zijn gebruiksaanwijzing.

 
 
 
Het is leuk om te zien dat veel van vroeger weer snel gewoon wordt. Alles is anders, het schip is niet te vergelijken met de eerste 'Veronica', maar toch vervallen we langzaam aan weer in een oud ritme. Het wordt soms zowaar routine.

 
Zoals in veel franse kanalen zijn hier ook tunnels, waarvan er een vrij lang is. Varen in zo'n tunnel is redelijk speciaal, het is er kil en nat en het duurt zo'n 30 tot 45 minuten voor je er weer uit bent.

 
Uiteindelijk komt onze eindbestemming in zicht. We zijn er nog nooit geweest en ik kan me de plek ook van vroeger niet meer herinneren, we hebben er toen in ieder geval nooit gelost.

 
Gelukkig hebben we met de 'La Giraffe' geladen voor dezelfde bestemming en we maken dankbaar gebruik van hun hulp. We zijn na een dag aan de beurt om te lossen en dan hebben we onze eerste reis er op zitten.

 
 
 
 


 



Comments